
Burgerweeshuis
Amsterdam
Toen de eerste generatie functionalistische architecten zo rond 1950 in de gelegenheid was gekomen om hun gebouwen te realiseren, ontstond niet lang daarna teleurstelling over wat deze ‘nieuwe’ architectuur had opgeleverd. De rationele structuren zonder menselijke maat en met strikte functiescheiding deden wat kil en fantasieloos aan. Was dit nou de droomwereld die de Moderne Beweging altijd had beloofd? Vanaf de jaren ‘50 van de vorige eeuw stond een nieuwe radicale groep architecten op die het Modernisme een nieuwe draai zouden gaan geven. Het resulteerde in een reeks opmerkelijke ontwerpen, waaronder het Amsterdamse Burgerweeshuis uit 1960. Het gebouw is ontworpen door Aldo van Eyck (1918 - 1999), die met dit werk internationale belangstelling kreeg.
Het bezwaar tegen het Modernisme vormde uiteindelijk de voedingsbodem voor een reeks substromingen binnen de architectuur, waaronder die van het Structuralisme. Het pure functionalisme maakte plaats voor een meer ongedefinieerd ruimtegebruik. Delen van het gebouw werden bewust niet ingevuld, zodat latere gebruikers de vrijheid kregen om dit zelf te doen. Het door Van Eyck ontworpen Burgerweeshuis is een van de eerste en meest gepubliceerde voorbeelden van het Structuralisme. Het gebouw is opgebouwd uit 328 kleine eenheden, vier enkellaags grote eenheden, vier grote eenheden met een verdieping en een langwerpig volume met daarin de entree. De verschillende eenheden zijn gegroepeerd rond enkele patio's en een binnenplaats. De kleine modules meten 3,36 x 3,36 meter en hebben vier ronde kolommen op de hoeken en een bol dak, waarbij de overspanning tussen de kolommen is gemaakt door architraven. De gevel bestaat uit een glazen pui of dichte wand van donkerbruine baksteen. De koepelvormige dakelementen zijn uitgevoerd in prefab beton. De grote eenheden hebben een lengte en breedte die drie keer zo groot is als die van de kleine eenheden. De verdiepingen hebben een gevel van prefab betonnen elementen. De modules waaieren in een rechthoekig, schijnbaar willekeurig patroon uit over het maaiveld. De eerste indruk is die van een grillig, chaotisch gebouw.
Hoe langer je naar het gebouw kijkt, hoe minder willekeurig de structuur blijkt. De modules sluiten zich rond verschillende binnenplaatsen, waarvan de grootste aan de noordzijde. Dit is tevens de hoofdentree. De kleinere binnenplaatsen vormen patio’s, waar weeskinderen buiten konden spelen.
Ook tussen de modules is een duidelijke hiërarchie. De grotere vormen de ontmoetingsplaatsen voor afzonderlijke groepen. Van ontmoetingsplaats naar ontmoetingsplaats lopen zigzaggende gangen met de breedte van één module. Rond de ontmoetingsplaatsen zijn kamers voor de afzonderlijke kinderen, opnieuw gebaseerd op de maat van een module. Dankzij het strikte module-maatsysteem kon een uniek gebouw worden gerealiseerd, dat elke gewenste vorm kon aannemen, al naargelang de opdrachtgever erom vroeg.
Het Burgerweeshuis is als beeldbepalend gebouw van het vroege Structuralisme zeer belangrijk geweest voor de ontwikkeling van de Nederlandse architectuur. De aanpak van het schakelen van modules kent vele navolgers. Zo zijn wooncomplexen in de jaren ‘70 directe navolgers, maar ook hedendaagse architecten hebben recentelijk de draad van het Structuralisme weer opgepakt.
Het Burgerweeshuis aan het IJsbaanpad is in gebruik geweest van 1960 tot 1991. In 1993 werd het pand volledig gerenoveerd en in optimale staat geschikt gemaakt voor huisvesting van een aantal bedrijven. Daarmee is deze oorspronkelijke thuishaven voor jonge kinderen aan een tweede jeugd begonnen als Garden Court, een hoogwaardig kantoorgebouw. Het was destijds Alphons van Gastel van Alvesta BV die het pand geschikt achtte als kantoorlocatie voor de toen opkomende Amsterdamse Zuidas. Alvis Vastgoed mocht destijds in zijn eerdere hoedanigheid als aannemer de restauratie uitvoeren. Bijzonder daarbij was dat de oorspronkelijke architect Aldo van Eyck de transformatie mocht uitvoeren. Het biedt nu plaats aan een aantal ondernemingen die duidelijk hebben gekozen voor de sfeer en stijl van dit jonge, monumentale pand. Een gebouw dat nog even bijzonder is als 65 jaar geleden. En een inspirerend project dat aan de basis staat van de voorliefde voor monumentaal erfgoed van Alvis Vastgoed.
‘Een kleine wereld in een grote, een grote wereld in een kleine. Een huis als een stad, een stad als een huis. Een thuis voor kinderen’. Door dit motto liet Aldo van Eyck zich leiden, toen hij geschiedenis schreef met het Burgerweeshuis.
Andere projecten